Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. dorst:
  2. dor:
  3. dorsen:
  4. dorsten:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor dorst in het Nederlands

dorst:

dorst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de dorst
    de dorst; dorstigheid
    • dorst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dorstigheid [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. de dorst
    – behoefte om iets te drinken 1
    de dorst
    – behoefte om iets te drinken 1
    • dorst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • als het warm is heb je gauw dorst1

Verwante woorden van "dorst":

  • dorstten, dor

Verwante definities voor "dorst":

  1. behoefte om iets te drinken1
    • als het warm is heb je gauw dorst1

dor:

dor bijvoeglijk naamwoord

  1. dor
    droog; verdord; dor
    • droog bijvoeglijk naamwoord
    • verdord bijvoeglijk naamwoord
    • dor bijvoeglijk naamwoord
  2. dor
    schraal; dor
    • schraal bijvoeglijk naamwoord
    • dor bijvoeglijk naamwoord

Verwante woorden van "dor":


dorsen:

dorsen werkwoord (dors, dorst, dorste, dorsten, gedorst)

  1. dorsen
    dorsen
    • dorsen werkwoord (dors, dorst, dorste, dorsten, gedorst)

Conjugations for dorsen:

o.t.t.
  1. dors
  2. dorst
  3. dorst
  4. dorsen
  5. dorsen
  6. dorsen
o.v.t.
  1. dorste
  2. dorste
  3. dorste
  4. dorsten
  5. dorsten
  6. dorsten
v.t.t.
  1. heb gedorst
  2. hebt gedorst
  3. heeft gedorst
  4. hebben gedorst
  5. hebben gedorst
  6. hebben gedorst
v.v.t.
  1. had gedorst
  2. had gedorst
  3. had gedorst
  4. hadden gedorst
  5. hadden gedorst
  6. hadden gedorst
o.t.t.t.
  1. zal dorsen
  2. zult dorsen
  3. zal dorsen
  4. zullen dorsen
  5. zullen dorsen
  6. zullen dorsen
o.v.t.t.
  1. zou dorsen
  2. zou dorsen
  3. zou dorsen
  4. zouden dorsen
  5. zouden dorsen
  6. zouden dorsen
diversen
  1. dors!
  2. dorst!
  3. gedorst
  4. dorsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

dorst vorm van dorsten:

dorsten werkwoord (dorst, dorstte, dorstten, gedorst)

  1. dorsten
    dorsten; sterk verlangen naar

Conjugations for dorsten:

o.t.t.
  1. dorst
  2. dorst
  3. dorst
  4. dorsten
  5. dorsten
  6. dorsten
o.v.t.
  1. dorstte
  2. dorstte
  3. dorstte
  4. dorstten
  5. dorstten
  6. dorstten
v.t.t.
  1. heb gedorst
  2. hebt gedorst
  3. heeft gedorst
  4. hebben gedorst
  5. hebben gedorst
  6. hebben gedorst
v.v.t.
  1. had gedorst
  2. had gedorst
  3. had gedorst
  4. hadden gedorst
  5. hadden gedorst
  6. hadden gedorst
o.t.t.t.
  1. zal dorsten
  2. zult dorsten
  3. zal dorsten
  4. zullen dorsten
  5. zullen dorsten
  6. zullen dorsten
o.v.t.t.
  1. zou dorsten
  2. zou dorsten
  3. zou dorsten
  4. zouden dorsten
  5. zouden dorsten
  6. zouden dorsten
diversen
  1. dorst!
  2. dorst!
  3. gedorst
  4. dorstend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor dorst