Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor dun in het Nederlands

dun:

dun bijvoeglijk naamwoord

  1. dun
    mager; dun; geen vet op de botten hebbende; schraal; iel; schriel
  2. dun
    van geringe dichtheid; dun; ijl
  3. dun
    slank; dun; tenger; fijngebouwd; fijn; rank
    • slank bijvoeglijk naamwoord
    • dun bijvoeglijk naamwoord
    • tenger bijvoeglijk naamwoord
    • fijngebouwd bijvoeglijk naamwoord
    • fijn bijvoeglijk naamwoord
    • rank bijvoeglijk naamwoord
  4. dun
    – heel vloeibaar 1
    dun
    – heel vloeibaar 1
    • dun bijvoeglijk naamwoord
      • wat is die soep dun!1
  5. dun
    – met veel tussenruimte 1
    dun
    – met veel tussenruimte 1
    • dun bijvoeglijk naamwoord
      • je haar wordt al erg dun, jongen!1
  6. dun
    – met een kleine breedte of omvang 1
    dun; mager
    – met een kleine breedte of omvang 1
    • dun bijvoeglijk naamwoord
      • zij heeft dunne vingers1
    • mager bijvoeglijk naamwoord
      • dat kind is erg mager1

Verwante woorden van "dun":


Alternatieve synoniemen voor "dun":


Antoniemen van "dun":


Verwante definities voor "dun":

  1. heel vloeibaar1
    • wat is die soep dun!1
  2. met veel tussenruimte1
    • je haar wordt al erg dun, jongen!1
  3. met een kleine breedte of omvang1
    • zij heeft dunne vingers1

DUN:


dun vorm van dunnen:

dunnen werkwoord (dun, dunt, dunde, dunden, gedund)

  1. dunnen
    decimeren; dunnen; minder talrijk maken

Conjugations for dunnen:

o.t.t.
  1. dun
  2. dunt
  3. dunt
  4. dunnen
  5. dunnen
  6. dunnen
o.v.t.
  1. dunde
  2. dunde
  3. dunde
  4. dunden
  5. dunden
  6. dunden
v.t.t.
  1. ben gedund
  2. bent gedund
  3. is gedund
  4. zijn gedund
  5. zijn gedund
  6. zijn gedund
v.v.t.
  1. was gedund
  2. was gedund
  3. was gedund
  4. waren gedund
  5. waren gedund
  6. waren gedund
o.t.t.t.
  1. zal dunnen
  2. zult dunnen
  3. zal dunnen
  4. zullen dunnen
  5. zullen dunnen
  6. zullen dunnen
o.v.t.t.
  1. zou dunnen
  2. zou dunnen
  3. zou dunnen
  4. zouden dunnen
  5. zouden dunnen
  6. zouden dunnen
diversen
  1. dun!
  2. dunt!
  3. gedund
  4. dunnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor dun