Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. erf:
  2. erven:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor erf in het Nederlands

erf:

erf [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het erf
    het grondgebied; het terrein; het territorium; het erf
  2. het erf
    de hof; het erf; het boerenerf; het heem
    • hof [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • erf [het ~] zelfstandig naamwoord
    • boerenerf [het ~] zelfstandig naamwoord
    • heem [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "erf":


erven:

erven werkwoord (erf, erft, erfde, erfden, geërfd)

  1. erven
    erven
    • erven werkwoord (erf, erft, erfde, erfden, geërfd)

Conjugations for erven:

o.t.t.
  1. erf
  2. erft
  3. erft
  4. erven
  5. erven
  6. erven
o.v.t.
  1. erfde
  2. erfde
  3. erfde
  4. erfden
  5. erfden
  6. erfden
v.t.t.
  1. heb geërfd
  2. hebt geërfd
  3. heeft geërfd
  4. hebben geërfd
  5. hebben geërfd
  6. hebben geërfd
v.v.t.
  1. had geërfd
  2. had geërfd
  3. had geërfd
  4. hadden geërfd
  5. hadden geërfd
  6. hadden geërfd
o.t.t.t.
  1. zal erven
  2. zult erven
  3. zal erven
  4. zullen erven
  5. zullen erven
  6. zullen erven
o.v.t.t.
  1. zou erven
  2. zou erven
  3. zou erven
  4. zouden erven
  5. zouden erven
  6. zouden erven
en verder
  1. is geërfd
  2. zijn geërfd
diversen
  1. erf!
  2. erft!
  3. geërfd
  4. ervend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "erven":