Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor farce in het Nederlands

farce:

farce [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de farce
    de farce; de klucht; dwaze vertoning
  2. de farce
    de schertsvertoning; de farce
  3. de farce
    – het lijkt iets, maar het blijkt niets te zijn 1
    de farce; de schijnvertoning
    – het lijkt iets, maar het blijkt niets te zijn 1
    • farce [de ~] zelfstandig naamwoord
      • de diplomering was een farce1
    • schijnvertoning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • die vriendelijke ontvangst was een schijnvertoning1

Verwante woorden van "farce":

  • farcen, farces

Alternatieve synoniemen voor "farce":


Verwante definities voor "farce":

  1. het lijkt iets, maar het blijkt niets te zijn1
    • de diplomering was een farce1