Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. feit:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor feit in het Nederlands

feit:

feit [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het feit
    het feit
    • feit [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. het feit
    de gebeurtenis; het voorval; het incident; het feit
    • gebeurtenis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • voorval [het ~] zelfstandig naamwoord
    • incident [het ~] zelfstandig naamwoord
    • feit [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. het feit
    – wat bekend is of wat je weet 1
    het gegeven; het feit; data
    – wat bekend is of wat je weet 1
    • gegeven [het ~] zelfstandig naamwoord
      • als ik alle gegevens heb, schrijf ik een rapport1
    • feit [het ~] zelfstandig naamwoord
      • de feiten bewijzen dat hij het heeft gedaan1
    • data
      • voer je deze data in de computer in?1

Verwante woorden van "feit":

  • feiten, feitje, feitjes

Alternatieve synoniemen voor "feit":


Verwante definities voor "feit":

  1. wat bekend is of wat je weet1
    • de feiten bewijzen dat hij het heeft gedaan1

Verwante synoniemen voor feit