Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor fors in het Nederlands

fors:

fors bijvoeglijk naamwoord

  1. fors
    behoorlijk; aanzienlijk; enorm; beduidend; aanmerkelijk; fors; flink
  2. fors
    stevig; fors; flink; potig
    • stevig bijvoeglijk naamwoord
    • fors bijvoeglijk naamwoord
    • flink bijvoeglijk naamwoord
    • potig bijvoeglijk naamwoord
  3. fors
    fors; stevig
    • fors bijvoeglijk naamwoord
    • stevig bijvoeglijk naamwoord
  4. fors
    breed; uit de kluiten gewassen; fors
  5. fors
    massief; zwaar; struis; potig; zwaargebouwd; robuust; fors
  6. fors
    – nogal groot 1
    stevig; flink; fors
    – nogal groot 1
    • stevig bijvoeglijk naamwoord
      • het is een stevige vrouw1
    • flink bijvoeglijk naamwoord
      • dat is al een flinke jongen1
    • fors bijvoeglijk naamwoord
      • deze taart is fors uitgevallen1

Verwante woorden van "fors":


Alternatieve synoniemen voor "fors":


Antoniemen van "fors":


Verwante definities voor "fors":

  1. nogal groot1
    • deze taart is fors uitgevallen1