Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. gekromd:
  2. krommen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor gekromd in het Nederlands

gekromd:

gekromd bijvoeglijk naamwoord

  1. gekromd
    gebogen; krom; gekromd

gekromd vorm van krommen:

krommen werkwoord (krom, kromt, kromde, kromden, gekromd)

  1. krommen
    buigen; krommen; krom buigen
    • buigen werkwoord (buig, buigt, boog, bogen, gebogen)
    • krommen werkwoord (krom, kromt, kromde, kromden, gekromd)
    • krom buigen werkwoord (buig krom, buigt krom, boog krom, bogen krom, krom gebogen)
  2. krommen
    welven; buigen; krommen
    • welven werkwoord (welf, welft, welfde, welfden, gewelfd)
    • buigen werkwoord (buig, buigt, boog, bogen, gebogen)
    • krommen werkwoord (krom, kromt, kromde, kromden, gekromd)

Conjugations for krommen:

o.t.t.
  1. krom
  2. kromt
  3. kromt
  4. krommen
  5. krommen
  6. krommen
o.v.t.
  1. kromde
  2. kromde
  3. kromde
  4. kromden
  5. kromden
  6. kromden
v.t.t.
  1. ben gekromd
  2. bent gekromd
  3. is gekromd
  4. zijn gekromd
  5. zijn gekromd
  6. zijn gekromd
v.v.t.
  1. was gekromd
  2. was gekromd
  3. was gekromd
  4. waren gekromd
  5. waren gekromd
  6. waren gekromd
o.t.t.t.
  1. zal krommen
  2. zult krommen
  3. zal krommen
  4. zullen krommen
  5. zullen krommen
  6. zullen krommen
o.v.t.t.
  1. zou krommen
  2. zou krommen
  3. zou krommen
  4. zouden krommen
  5. zouden krommen
  6. zouden krommen
diversen
  1. krom!
  2. kromt!
  3. gekromd
  4. krommend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze