Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor gemachtigde in het Nederlands

gemachtigde:

gemachtigde [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de gemachtigde
    de afgevaardigde; de gedelegeerde; de gemachtigde; de gedeputeerde; de lasthebber
  2. de gemachtigde
    de gevolmachtigde; de gemachtigde; de gecommitteerde
  3. de gemachtigde
    de gemachtigde