Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor geschiktheid in het Nederlands

geschiktheid:

geschiktheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de geschiktheid
    de geschiktheid

Verwante woorden van "geschiktheid":


geschikt:

geschikt bijvoeglijk naamwoord

  1. geschikt
    geschikt; bekwaam; competent; capabel
  2. geschikt
    geschikt; passend; geëigend; gepast
  3. geschikt
    passend; adequaat; geschikt; gepast; juist
  4. geschikt
    tof; geschikt
    • tof bijvoeglijk naamwoord
    • geschikt bijvoeglijk naamwoord
  5. geschikt
    geschikt; valide; arbeidsgeschikt; in staat te werken
  6. geschikt
    billijk; schappelijk; redelijk; geschikt
  7. geschikt
    – precies wat nodig is 1
    geschikt; adequaat
    – precies wat nodig is 1
    • geschikt bijvoeglijk naamwoord
      • is deze jurk geschikt voor het feest?1
    • adequaat bijvoeglijk naamwoord
      • dat is een adequate oplossing1
  8. geschikt
    – iets heel goed kunnen 1
    geschikt; bekwaam; capabel
    – iets heel goed kunnen 1
    • geschikt bijvoeglijk naamwoord
      • hij is heel geschikt voor dit werk1
    • bekwaam bijvoeglijk naamwoord
      • hij is een bekwaam chauffeur1
    • capabel bijvoeglijk naamwoord
      • hij is als directeur erg capabel1
  9. geschikt
    – prettig om mee om te gaan 1
    geschikt
    – prettig om mee om te gaan 1
    • geschikt bijvoeglijk naamwoord
      • dat is een geschikte vent1

Verwante woorden van "geschikt":

  • geschiktheid, geschikter, geschiktere, geschiktst, geschiktste

Alternatieve synoniemen voor "geschikt":


Verwante definities voor "geschikt":

  1. precies wat nodig is1
    • is deze jurk geschikt voor het feest?1
  2. iets heel goed kunnen1
    • hij is heel geschikt voor dit werk1
  3. prettig om mee om te gaan1
    • dat is een geschikte vent1

Verwante synoniemen voor geschiktheid