Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor gretigheid in het Nederlands

gretigheid:

gretigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gretigheid
    de gretigheid; begerige ijver; de graagte
  2. de gretigheid
    de hebzucht; de gretigheid; de hebberigheid
  3. de gretigheid
    de gulzigheid; vraatzuchtigheid; de begerigheid; schrokachtigheid; de gretigheid

Verwante woorden van "gretigheid":


gretig:

gretig bijvoeglijk naamwoord

  1. gretig
    gretig; happig
  2. gretig
    – waar je veel zin in hebt, een beetje hebberig 1
    gretig
    – waar je veel zin in hebt, een beetje hebberig 1
    • gretig bijvoeglijk naamwoord
      • met een gretige blik keek ze naar de taart1

Verwante woorden van "gretig":

  • gretigheid, gretiger, gretigere, gretigst, gretigste, gretige

Alternatieve synoniemen voor "gretig":


Verwante definities voor "gretig":

  1. waar je veel zin in hebt, een beetje hebberig1
    • met een gretige blik keek ze naar de taart1