Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor grootsheid in het Nederlands

grootsheid:

grootsheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de grootsheid
    de grandeur; de grootsheid; indrukwekkendheid

Verwante woorden van "grootsheid":


groots:

groots bijvoeglijk naamwoord

  1. groots
    groots; weids
    • groots bijvoeglijk naamwoord
    • weids bijvoeglijk naamwoord
  2. groots
    uitstekend; groots; geweldig; fantastisch; schitterend; voortreffelijk; magnifiek; grandioos; uitnemend
  3. groots
    fantastisch; fenomenaal; geweldig; groots; puik
  4. groots
    trots; groots; glorieus; fier; prat; flink
    • trots bijvoeglijk naamwoord
    • groots bijvoeglijk naamwoord
    • glorieus bijvoeglijk naamwoord
    • fier bijvoeglijk naamwoord
    • prat bijvoeglijk naamwoord
    • flink bijvoeglijk naamwoord
  5. groots
    groots; grootschalig; reuze
  6. groots
    veelomvattend; uitvoerig; grootschalig; groots; grootscheeps
  7. groots
    indrukwekkend; imponerend; imposant; groots; ontzagwekkend
  8. groots
    edelmoedig; nobel; grootmoedig; edel; groots

Verwante woorden van "groots":