Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. hekel:
  2. hekelen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor hekel in het Nederlands

hekel:

hekel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hekel
    de antipathie; de aversie; de afkeer; de tegenzin; de hekel; de weerzin
    • antipathie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aversie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • afkeer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • tegenzin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hekel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • weerzin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "hekel":


hekelen:

hekelen werkwoord (hekel, hekelt, hekelde, hekelden, gehekeld)

  1. hekelen
    hekelen
    • hekelen werkwoord (hekel, hekelt, hekelde, hekelden, gehekeld)

Conjugations for hekelen:

o.t.t.
  1. hekel
  2. hekelt
  3. hekelt
  4. hekelen
  5. hekelen
  6. hekelen
o.v.t.
  1. hekelde
  2. hekelde
  3. hekelde
  4. hekelden
  5. hekelden
  6. hekelden
v.t.t.
  1. heb gehekeld
  2. hebt gehekeld
  3. heeft gehekeld
  4. hebben gehekeld
  5. hebben gehekeld
  6. hebben gehekeld
v.v.t.
  1. had gehekeld
  2. had gehekeld
  3. had gehekeld
  4. hadden gehekeld
  5. hadden gehekeld
  6. hadden gehekeld
o.t.t.t.
  1. zal hekelen
  2. zult hekelen
  3. zal hekelen
  4. zullen hekelen
  5. zullen hekelen
  6. zullen hekelen
o.v.t.t.
  1. zou hekelen
  2. zou hekelen
  3. zou hekelen
  4. zouden hekelen
  5. zouden hekelen
  6. zouden hekelen
en verder
  1. ben gehekeld
  2. bent gehekeld
  3. is gehekeld
  4. zijn gehekeld
  5. zijn gehekeld
  6. zijn gehekeld
diversen
  1. hekel!
  2. hekelt!
  3. gehekeld
  4. hekelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "hekelen":