Nederlandse synoniemen van helemaal, ander woord voor helemaal

Remove Ads

Overzicht

Nederlands Synoniemen: Meer gegevens...

helemaal:
- helemaal; volstrekt; hartstikke; faliekant; vierkant; finaal; totaal; compleet; volledig; diepgaand; grondig; degelijk; volkomen; diepgravend; niet oppervlakkig; absoluut; in het geheel; heel; geheel; vol

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor helemaal in het Nederlands

helemaal:

helemaal bijwoord

helemaal
helemaal; volstrekt; hartstikke; faliekant; vierkant; finaal
- helemaal bijwoord
- volstrekt bijvoeglijk naamwoord
- hartstikke bijwoord
- faliekant bijvoeglijk naamwoord
- vierkant bijvoeglijk naamwoord
- finaal bijvoeglijk naamwoord
helemaal
totaal; helemaal; compleet; volledig
- totaal bijvoeglijk naamwoord
- helemaal bijwoord
- compleet bijvoeglijk naamwoord
- volledig bijvoeglijk naamwoord
helemaal
diepgaand; grondig; degelijk; totaal; volkomen; diepgravend; niet oppervlakkig; helemaal
- diepgaand bijvoeglijk naamwoord
- grondig bijvoeglijk naamwoord
- degelijk bijvoeglijk naamwoord
- totaal bijvoeglijk naamwoord
- volkomen bijvoeglijk naamwoord
- diepgravend bijvoeglijk naamwoord
- niet oppervlakkig bijvoeglijk naamwoord
- helemaal bijwoord
helemaal
helemaal; grondig; volkomen; totaal; absoluut; in het geheel
- helemaal bijwoord
- grondig bijvoeglijk naamwoord
- volkomen bijvoeglijk naamwoord
- totaal bijvoeglijk naamwoord
- absoluut bijvoeglijk naamwoord
- in het geheel bijvoeglijk naamwoord
helemaal

– zonder dat er iets ontbreekt ¹
heel; volledig; het totaal; helemaal; geheel; vol; compleet
– zonder dat er iets ontbreekt ¹
- heel bijvoeglijk naamwoord
  - deze puzzel is nog heel¹
- volledig bijvoeglijk naamwoord
  - hij heeft een volledige baan¹
- totaal [het ~] zelfstandig naamwoord
  - het totale bedrag is 120 gulden¹
- helemaal bijwoord
  - het brood was helemaal op¹
- geheel bijvoeglijk naamwoord
  - hij was geheel in het zwart gekleed¹
- vol bijvoeglijk naamwoord
  - zij wacht al een vol uur¹
- compleet bijvoeglijk naamwoord
  - ik heb de hele serie boeken compleet¹
helemaal

– om aan te geven dat het ver weg is ¹
helemaal
– om aan te geven dat het ver weg is ¹
- helemaal bijwoord
  - ik moest helemaal naar Zaandam!¹