Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. hoogtepunt:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor hoogtepunt in het Nederlands

hoogtepunt:

hoogtepunt [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hoogtepunt
    het hoogtepunt; de climax
    • hoogtepunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • climax [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. het hoogtepunt
    het hoogtepunt; het zenit; het toppunt; de piek; de top
    • hoogtepunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zenit [het ~] zelfstandig naamwoord
    • toppunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • piek [de ~] zelfstandig naamwoord
    • top [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. het hoogtepunt
    de top; de piek; het summum; het hoogtepunt; het toppunt
    • top [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • piek [de ~] zelfstandig naamwoord
    • summum [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hoogtepunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • toppunt [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "hoogtepunt":

  • hoogtepunten