Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor houding in het Nederlands

houding:

houding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de houding
    de houding; stellingname; de standpuntbepaling; het standpunt; de positie; de bewering; het thema
  2. de houding
    het gedrag; de besturing; de houding; de leiding; de rijrichting; de plan
    • gedrag [het ~] zelfstandig naamwoord
    • besturing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • houding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • leiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • rijrichting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • plan [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. de houding
    de houding; de lichaamshouding; het standje; de stand; de pose
    • houding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • lichaamshouding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • standje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pose [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. de houding
    de instelling; de mentaliteit; de houding
  5. de houding
    – hoe je tegenover iemand of iets staat 1
    de houding; de attitude
    – hoe je tegenover iemand of iets staat 1
    • houding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • zijn houding tegenover de kinderen bevalt me niet1
    • attitude [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • zijn attitude tegenover school laat te wensen over1
  6. de houding
    – de stand van je lichaam 1
    de houding
    – de stand van je lichaam 1
    • houding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • hij heeft een slechte houding, hij loopt krom1

Verwante woorden van "houding":


Alternatieve synoniemen voor "houding":


Verwante definities voor "houding":

  1. hoe je tegenover iemand of iets staat1
    • zijn houding tegenover de kinderen bevalt me niet1
  2. de stand van je lichaam1
    • hij heeft een slechte houding, hij loopt krom1