Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. kalender:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor kalender in het Nederlands

kalender:

kalender [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kalender
    de kalender
    • kalender [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "kalender":

  • kalenders, kalendertje, kalendertjes