Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor kentekenen in het Nederlands

kenteken:

kenteken [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kenteken
    het kenteken; de nummerplaat
  2. het kenteken
    het kenmerk; het kenteken; het etiket; iemand kenmerken
  3. het kenteken
    het merkteken; het onderscheidingsteken; het kenteken
  4. het kenteken
    – wat typisch is voor iets of iemand 1
    de eigenschap; het kenmerk; het kenteken
    – wat typisch is voor iets of iemand 1
    • eigenschap [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • een eigenschap van hout is dat het blijft drijven1
    • kenmerk [het ~] zelfstandig naamwoord
      • het kenmerk van lepelaars is hun brede platte snavel1
    • kenteken [het ~] zelfstandig naamwoord
      • dat plaatje is het kenteken dat je lid bent1
  5. het kenteken
    – nummer van auto op nummerbord 1
    het kenteken
    – nummer van auto op nummerbord 1
    • kenteken [het ~] zelfstandig naamwoord
      • welk kenteken heeft jullie auto?1

Verwante woorden van "kenteken":

  • kentekenen, kentekens

Alternatieve synoniemen voor "kenteken":


Verwante definities voor "kenteken":

  1. wat typisch is voor iets of iemand1
    • dat plaatje is het kenteken dat je lid bent1
  2. nummer van auto op nummerbord1
    • welk kenteken heeft jullie auto?1