Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. kit:
  2. kitten:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor kit in het Nederlands

kit:

kit [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kit
    de kit; de kolenkit; de kolenemmer; de kolenbak
    • kit [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kolenkit [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kolenemmer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kolenbak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de kit
    de lijm; de kleefstof; de kit; de plak; het plaksel
    • lijm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kleefstof [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kit [de ~] zelfstandig naamwoord
    • plak [de ~] zelfstandig naamwoord
    • plaksel [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "kit":


kitten:

kitten werkwoord (kit, kitte, kitten, gekit)

  1. kitten
    kitten
    • kitten werkwoord (kit, kitte, kitten, gekit)

Conjugations for kitten:

o.t.t.
  1. kit
  2. kit
  3. kit
  4. kitten
  5. kitten
  6. kitten
o.v.t.
  1. kitte
  2. kitte
  3. kitte
  4. kitten
  5. kitten
  6. kitten
v.t.t.
  1. heb gekit
  2. hebt gekit
  3. heeft gekit
  4. hebben gekit
  5. hebben gekit
  6. hebben gekit
v.v.t.
  1. had gekit
  2. had gekit
  3. had gekit
  4. hadden gekit
  5. hadden gekit
  6. hadden gekit
o.t.t.t.
  1. zal kitten
  2. zult kitten
  3. zal kitten
  4. zullen kitten
  5. zullen kitten
  6. zullen kitten
o.v.t.t.
  1. zou kitten
  2. zou kitten
  3. zou kitten
  4. zouden kitten
  5. zouden kitten
  6. zouden kitten
en verder
  1. is gekit
diversen
  1. kit!
  2. kit!
  3. gekit
  4. kittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "kitten":