Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. knoet:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor knoet in het Nederlands

knoet:

knoet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de knoet
    de knoet; de knuppel
    • knoet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • knuppel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de knoet
    de knoedel; de vlecht; de kluwen; haarknot; het knoedeltje; de knot; het knotje; de knoet; de wrong
    • knoedel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vlecht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kluwen [de ~] zelfstandig naamwoord
    • haarknot [znw.] zelfstandig naamwoord
    • knoedeltje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • knot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • knotje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • knoet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wrong [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. de knoet
    – hij zit bij haar onder de knoet 1
    de knoet
    – hij zit bij haar onder de knoet 1
    • knoet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • hij moet doen wat zij zegt1

Verwante woorden van "knoet":

  • knoeten

Verwante definities voor "knoet":

  1. hij zit bij haar onder de knoet1
    • hij moet doen wat zij zegt1