Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. kokker:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor kokker in het Nederlands

kokker:

kokker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kokker
    het gevaarte; de kanjer; loei; de knoert; de kokker; de kokkerd; de knaap; de joekel
    • gevaarte [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kanjer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • loei [znw.] zelfstandig naamwoord
    • knoert [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kokker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kokkerd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • knaap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • joekel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "kokker":

  • kokkeren, kokkers