Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. kop:
  2. koppen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor kop in het Nederlands

kop:

kop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kop
    de kop; kopzin
    • kop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kopzin [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. de kop
    de krantenkop; de kop
    • krantenkop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. de kop
    de kop; koffiekop
    • kop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • koffiekop [znw.] zelfstandig naamwoord
  4. de kop
    – bovenste deel van het lichaam, met ogen, neus, mond, etc. 1
    het hoofd; de kop
    – bovenste deel van het lichaam, met ogen, neus, mond, etc. 1
    • hoofd [het ~] zelfstandig naamwoord
      • ik zag het hoofd van Jan boven het hek uit komen1
    • kop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • die jongen heeft een leuke kop1
  5. de kop
    – bovenkant 1
    de kop
    – bovenkant 1
    • kop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • hij woont in de kop van Noord-Holland1
  6. de kop
    – kommetje met oor om uit de drinken 1
    de kop
    – kommetje met oor om uit de drinken 1
    • kop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • wil je een kopje koffie?1
  7. de kop
    – vetgedrukte regel boven een tekst 1
    de kop
    – vetgedrukte regel boven een tekst 1
    • kop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • hoe luidt de kop van het artikel?1
  8. de kop
    – voorste gedeelte 1
    de kop
    – voorste gedeelte 1
    • kop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • de Amerikaan liep op kop1

Verwante woorden van "kop":


Alternatieve synoniemen voor "kop":


Antoniemen van "kop":


Verwante definities voor "kop":

  1. bovenste deel van het lichaam, met ogen, neus, mond, etc.1
    • die jongen heeft een leuke kop1
  2. bovenkant1
    • hij woont in de kop van Noord-Holland1
  3. kommetje met oor om uit de drinken1
    • wil je een kopje koffie?1
  4. vetgedrukte regel boven een tekst1
    • hoe luidt de kop van het artikel?1
  5. voorste gedeelte1
    • de Amerikaan liep op kop1

kop vorm van koppen:

koppen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de koppen
    de koppen; de hoofden
    • koppen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • hoofden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

koppen werkwoord (kop, kopt, kopte, kopten, gekopt)

  1. koppen
    koppen
    • koppen werkwoord (kop, kopt, kopte, kopten, gekopt)
  2. koppen
    – met je hoofd een zet geven 1
    koppen
    – met je hoofd een zet geven 1
    • koppen werkwoord (kop, kopt, kopte, kopten, gekopt)
      • hij kopte de bal in het doel1

Conjugations for koppen:

o.t.t.
  1. kop
  2. kopt
  3. kopt
  4. koppen
  5. koppen
  6. koppen
o.v.t.
  1. kopte
  2. kopte
  3. kopte
  4. kopten
  5. kopten
  6. kopten
v.t.t.
  1. heb gekopt
  2. hebt gekopt
  3. heeft gekopt
  4. hebben gekopt
  5. hebben gekopt
  6. hebben gekopt
v.v.t.
  1. had gekopt
  2. had gekopt
  3. had gekopt
  4. hadden gekopt
  5. hadden gekopt
  6. hadden gekopt
o.t.t.t.
  1. zal koppen
  2. zult koppen
  3. zal koppen
  4. zullen koppen
  5. zullen koppen
  6. zullen koppen
o.v.t.t.
  1. zou koppen
  2. zou koppen
  3. zou koppen
  4. zouden koppen
  5. zouden koppen
  6. zouden koppen
diversen
  1. kop!
  2. kopt!
  3. gekopt
  4. koppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "koppen":


Verwante definities voor "koppen":

  1. met je hoofd een zet geven1
    • hij kopte de bal in het doel1

Verwante synoniemen voor kop