Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor laatst in het Nederlands

laatst:

laatst bijvoeglijk naamwoord

  1. laatst
    kortgeleden; recentelijk; onlangs; laatstelijk; laatst; pas; kortelings
  2. laatst
    – nog maar korte tijd (geleden) 1
    het pas; het net; nauwelijks; laatst; onlangs; zojuist
    – nog maar korte tijd (geleden) 1
    • pas [het ~] zelfstandig naamwoord
      • zij zijn pas getrouwd1
    • net [het ~] zelfstandig naamwoord
      • hij is net in dienst bij die baas1
    • nauwelijks bijwoord
      • ik was nauwelijks thuis toen de bel ging1
    • laatst bijvoeglijk naamwoord
      • laatst kwam ik Willem tegen1
    • onlangs bijwoord
      • ik heb hem onlangs nog gesproken1
    • zojuist bijwoord
      • we hebben zojuist een auto gekocht1
  3. laatst
    – het kortst geleden 1
    laatst
    – het kortst geleden 1
    • laatst bijvoeglijk naamwoord
      • de laatste tijd heb ik veel hoofdpijn1
  4. laatst
    – waar niets of niemand meer op volgt 1
    laatst
    – waar niets of niemand meer op volgt 1
    • laatst bijvoeglijk naamwoord
      • vandaag is de laatste schooldag van het jaar1

Verwante woorden van "laatst":


Alternatieve synoniemen voor "laatst":


Antoniemen van "laatst":


Verwante definities voor "laatst":

  1. nog maar korte tijd (geleden)1
    • laatst kwam ik Willem tegen1
  2. het kortst geleden1
    • de laatste tijd heb ik veel hoofdpijn1
  3. waar niets of niemand meer op volgt1
    • vandaag is de laatste schooldag van het jaar1

laat:

laat bijvoeglijk naamwoord

  1. laat
    laat
    • laat bijvoeglijk naamwoord
  2. laat
    – verder in de tijd dan gebruikelijk of afgesproken is 1
    laat
    – verder in de tijd dan gebruikelijk of afgesproken is 1
    • laat bijvoeglijk naamwoord
      • we gaan naar huis, het is al laat1

Verwante woorden van "laat":


Antoniemen van "laat":


Verwante definities voor "laat":

  1. verder in de tijd dan gebruikelijk of afgesproken is1
    • we gaan naar huis, het is al laat1

Verwante synoniemen voor laatst