Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. leest:
  2. lezen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor leest in het Nederlands

leest:

leest [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de leest
    de leest
    • leest [de ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "leest":

  • leesten

lezen:

lezen werkwoord (lees, leest, las, lazen, gelezen)

  1. lezen
    lezen
    • lezen werkwoord (lees, leest, las, lazen, gelezen)
  2. lezen
    – naar woorden kijken en begrijpen wat er staat 1
    lezen
    – naar woorden kijken en begrijpen wat er staat 1
    • lezen werkwoord (lees, leest, las, lazen, gelezen)
      • in mijn vrije tijd lees ik graag1

Conjugations for lezen:

o.t.t.
  1. lees
  2. leest
  3. leest
  4. lezen
  5. lezen
  6. lezen
o.v.t.
  1. las
  2. las
  3. las
  4. lazen
  5. lazen
  6. lazen
v.t.t.
  1. heb gelezen
  2. hebt gelezen
  3. heeft gelezen
  4. hebben gelezen
  5. hebben gelezen
  6. hebben gelezen
v.v.t.
  1. had gelezen
  2. had gelezen
  3. had gelezen
  4. hadden gelezen
  5. hadden gelezen
  6. hadden gelezen
o.t.t.t.
  1. zal lezen
  2. zult lezen
  3. zal lezen
  4. zullen lezen
  5. zullen lezen
  6. zullen lezen
o.v.t.t.
  1. zou lezen
  2. zou lezen
  3. zou lezen
  4. zouden lezen
  5. zouden lezen
  6. zouden lezen
en verder
  1. is gelezen
  2. zijn gelezen
diversen
  1. lees!
  2. leest!
  3. gelezen
  4. lezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante definities voor "lezen":

  1. naar woorden kijken en begrijpen wat er staat1
    • in mijn vrije tijd lees ik graag1