Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor legeren in het Nederlands

legeren:

legeren werkwoord (legeer, legeert, legeerde, legeerden, gelegeerd)

  1. legeren
    legeren
    • legeren werkwoord (legeer, legeert, legeerde, legeerden, gelegeerd)

Conjugations for legeren:

o.t.t.
  1. legeer
  2. legeert
  3. legeert
  4. legeren
  5. legeren
  6. legeren
o.v.t.
  1. legeerde
  2. legeerde
  3. legeerde
  4. legeerden
  5. legeerden
  6. legeerden
v.t.t.
  1. heb gelegeerd
  2. hebt gelegeerd
  3. heeft gelegeerd
  4. hebben gelegeerd
  5. hebben gelegeerd
  6. hebben gelegeerd
v.v.t.
  1. had gelegeerd
  2. had gelegeerd
  3. had gelegeerd
  4. hadden gelegeerd
  5. hadden gelegeerd
  6. hadden gelegeerd
o.t.t.t.
  1. zal legeren
  2. zult legeren
  3. zal legeren
  4. zullen legeren
  5. zullen legeren
  6. zullen legeren
o.v.t.t.
  1. zou legeren
  2. zou legeren
  3. zou legeren
  4. zouden legeren
  5. zouden legeren
  6. zouden legeren
en verder
  1. ben gelegeerd
  2. bent gelegeerd
  3. is gelegeerd
  4. zijn gelegeerd
  5. zijn gelegeerd
  6. zijn gelegeerd
diversen
  1. legeer!
  2. legeert!
  3. gelegeerd
  4. legerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "legeren":


leger:

leger [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het leger
    het leger; de krijgsmacht; de legermacht; de strijdmacht; de troepenmacht
  2. het leger
    het leger; heir; de legermacht; de strijdmacht; de krijgsmacht
  3. het leger
    hol van een dier; de hol; het leger; de schuilplaats
  4. het leger
    het lager; het hazenleger; het leger
    • lager [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hazenleger [het ~] zelfstandig naamwoord
    • leger [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. het leger
    – groep militairen die vecht voor een land 1
    het leger
    – groep militairen die vecht voor een land 1
    • leger [het ~] zelfstandig naamwoord
      • het Duitse leger viel Nederland binnen1
  6. het leger
    – grote groep 1
    het leger
    – grote groep 1
    • leger [het ~] zelfstandig naamwoord
      • er was een leger mensen op de been1

leger bijvoeglijk naamwoord

  1. leger
    militair; leger

Verwante woorden van "leger":


Alternatieve synoniemen voor "leger":


Verwante definities voor "leger":

  1. groep militairen die vecht voor een land1
    • het Duitse leger viel Nederland binnen1
  2. grote groep1
    • er was een leger mensen op de been1