Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor leven maken in het Nederlands
leven maken: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- leven: wonen; verblijven; logeren; resideren; existentie; zijn; bestaan; leven; existeren; werken; optreden; handelen; opereren; manipuleren; te werk gaan; procederen; drukte; opschudding; tumult; beroering; heksenketel; heibel; geraas; pandemonium; lawaai; spektakel; herrie; rumoer; kabaal
- maken: maken; scheppen; in het leven roepen; produceren; vervaardigen; voortbrengen; fabriceren; aanmaken; vervaardiging; herstellen; repareren; goedmaken; rechtzetten; fiksen; creëren; productie; fabricage; vormen; kneden; modelleren; verbeteren