Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor medeleven in het Nederlands

medeleven:

medeleven [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. medeleven
    de condoleance; het medelijden; de deelneming; medeleven; het rouwbeklag; de deelname; het leedwezen

medeleven werkwoord (leef mede, leeft mede, leefde mede, leefden mede, medegeleefd)

  1. medeleven
    medeleven; meeleven
    • medeleven werkwoord (leef mede, leeft mede, leefde mede, leefden mede, medegeleefd)
    • meeleven werkwoord (leef mee, leeft mee, leefde mee, leefden mee, meegeleefd)

Conjugations for medeleven:

o.t.t.
  1. leef mede
  2. leeft mede
  3. leeft mede
  4. leven mede
  5. leven mede
  6. leven mede
o.v.t.
  1. leefde mede
  2. leefde mede
  3. leefde mede
  4. leefden mede
  5. leefden mede
  6. leefden mede
v.t.t.
  1. heb medegeleefd
  2. hebt medegeleefd
  3. heeft medegeleefd
  4. hebben medegeleefd
  5. hebben medegeleefd
  6. hebben medegeleefd
v.v.t.
  1. had medegeleefd
  2. had medegeleefd
  3. had medegeleefd
  4. hadden medegeleefd
  5. hadden medegeleefd
  6. hadden medegeleefd
o.t.t.t.
  1. zal medeleven
  2. zult medeleven
  3. zal medeleven
  4. zullen medeleven
  5. zullen medeleven
  6. zullen medeleven
o.v.t.t.
  1. zou medeleven
  2. zou medeleven
  3. zou medeleven
  4. zouden medeleven
  5. zouden medeleven
  6. zouden medeleven
diversen
  1. leef mede!
  2. leeft mede!
  3. medegeleefd
  4. medelevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor medeleven