Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor meet in het Nederlands

meet:

meet [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de meet
    het eindpunt; de finish; het einde; de meet; de eindstreep; de finishlijn
    • eindpunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • finish [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • einde [het ~] zelfstandig naamwoord
    • meet [de ~] zelfstandig naamwoord
    • eindstreep [de ~] zelfstandig naamwoord
    • finishlijn [de ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "meet":


meten:

meten werkwoord (meet, mat, maten, gemeten)

  1. meten
    meten; peilen; diepte bepalen; opmeten
    • meten werkwoord (meet, mat, maten, gemeten)
    • peilen werkwoord (peil, peilt, peilde, peilden, gepeild)
    • diepte bepalen werkwoord
    • opmeten werkwoord (meet op, mat op, maten op, opgemeten)
  2. meten
    – bepalen hoe groot of lang of breed iets is 1
    meten
    – bepalen hoe groot of lang of breed iets is 1
    • meten werkwoord (meet, mat, maten, gemeten)
      • we meten de lengte van de gordijnen1

Conjugations for meten:

o.t.t.
  1. meet
  2. meet
  3. meet
  4. meten
  5. meten
  6. meten
o.v.t.
  1. mat
  2. mat
  3. mat
  4. maten
  5. maten
  6. maten
v.t.t.
  1. heb gemeten
  2. hebt gemeten
  3. heeft gemeten
  4. hebben gemeten
  5. hebben gemeten
  6. hebben gemeten
v.v.t.
  1. had gemeten
  2. had gemeten
  3. had gemeten
  4. hadden gemeten
  5. hadden gemeten
  6. hadden gemeten
o.t.t.t.
  1. zal meten
  2. zult meten
  3. zal meten
  4. zullen meten
  5. zullen meten
  6. zullen meten
o.v.t.t.
  1. zou meten
  2. zou meten
  3. zou meten
  4. zouden meten
  5. zouden meten
  6. zouden meten
diversen
  1. meet!
  2. meet!
  3. gemeten
  4. metend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "meten":


Verwante definities voor "meten":

  1. bepalen hoe groot of lang of breed iets is1
    • we meten de lengte van de gordijnen1