Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. menen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor menen in het Nederlands

menen:

menen werkwoord (meen, meent, meende, meenden, gemeend)

  1. menen
    menen; van mening zijn
    • menen werkwoord (meen, meent, meende, meenden, gemeend)
    • van mening zijn werkwoord (ben van mening, bent van mening, was van mening, waren van mening, van mening geweest)
  2. menen
    – het in je gedachten hebben 1
    denken; menen
    – het in je gedachten hebben 1
    • denken werkwoord (denk, denkt, dacht, dachten, gedacht)
      • ik denk dat hij wel veertig is1
    • menen werkwoord (meen, meent, meende, meenden, gemeend)
      • ik meen dat hij drie kinderen heeft1
  3. menen
    – serieus bedoelen wat je zegt 1
    menen
    – serieus bedoelen wat je zegt 1
    • menen werkwoord (meen, meent, meende, meenden, gemeend)
      • ik vind het mooi hoor, ik meen het!1

Conjugations for menen:

o.t.t.
  1. meen
  2. meent
  3. meent
  4. menen
  5. menen
  6. menen
o.v.t.
  1. meende
  2. meende
  3. meende
  4. meenden
  5. meenden
  6. meenden
v.t.t.
  1. heb gemeend
  2. hebt gemeend
  3. heeft gemeend
  4. hebben gemeend
  5. hebben gemeend
  6. hebben gemeend
v.v.t.
  1. had gemeend
  2. had gemeend
  3. had gemeend
  4. hadden gemeend
  5. hadden gemeend
  6. hadden gemeend
o.t.t.t.
  1. zal menen
  2. zult menen
  3. zal menen
  4. zullen menen
  5. zullen menen
  6. zullen menen
o.v.t.t.
  1. zou menen
  2. zou menen
  3. zou menen
  4. zouden menen
  5. zouden menen
  6. zouden menen
diversen
  1. meen!
  2. meent!
  3. gemeend
  4. menend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Alternatieve synoniemen voor "menen":


Verwante definities voor "menen":

  1. het in je gedachten hebben1
    • ik meen dat hij drie kinderen heeft1
  2. serieus bedoelen wat je zegt1
    • ik vind het mooi hoor, ik meen het!1