Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor mis in het Nederlands

mis:

mis [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de mis
    de dienst; kerkviering; de mis
    • dienst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kerkviering [znw.] zelfstandig naamwoord
    • mis [de ~] zelfstandig naamwoord

mis bijvoeglijk naamwoord

  1. mis
    verkeerd; foutief; ten onrechte; fout; onjuist; ernaast; onwaar; mis

Verwante woorden van "mis":


missen:

missen werkwoord (mis, mist, miste, misten, gemist)

  1. missen
    missen; vermissen
  2. missen
    missen; mislopen; iets mislopen
    • missen werkwoord (mis, mist, miste, misten, gemist)
    • mislopen werkwoord (loop mis, loopt mis, liep mis, liepen mis, misgelopen)
    • iets mislopen werkwoord
  3. missen
    – het niet halen of raken 1
    missen
    – het niet halen of raken 1
    • missen werkwoord (mis, mist, miste, misten, gemist)
      • ik heb de trein gemist1
  4. missen
    – het niet langer hebben 1
    missen
    – het niet langer hebben 1
    • missen werkwoord (mis, mist, miste, misten, gemist)
      • ik mis mijn portemonnee1
  5. missen
    – voelen dat hij er niet is 1
    missen
    – voelen dat hij er niet is 1
    • missen werkwoord (mis, mist, miste, misten, gemist)
      • mijn vader is op vakantie, ik mis hem wel1

Conjugations for missen:

o.t.t.
  1. mis
  2. mist
  3. mist
  4. missen
  5. missen
  6. missen
o.v.t.
  1. miste
  2. miste
  3. miste
  4. misten
  5. misten
  6. misten
v.t.t.
  1. heb gemist
  2. hebt gemist
  3. heeft gemist
  4. hebben gemist
  5. hebben gemist
  6. hebben gemist
v.v.t.
  1. had gemist
  2. had gemist
  3. had gemist
  4. hadden gemist
  5. hadden gemist
  6. hadden gemist
o.t.t.t.
  1. zal missen
  2. zult missen
  3. zal missen
  4. zullen missen
  5. zullen missen
  6. zullen missen
o.v.t.t.
  1. zou missen
  2. zou missen
  3. zou missen
  4. zouden missen
  5. zouden missen
  6. zouden missen
diversen
  1. mis!
  2. mist!
  3. gemist
  4. missend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "missen":


Antoniemen van "missen":


Verwante definities voor "missen":

  1. het niet halen of raken1
    • ik heb de trein gemist1
  2. het niet langer hebben1
    • ik mis mijn portemonnee1
  3. voelen dat hij er niet is1
    • mijn vader is op vakantie, ik mis hem wel1

Verwante synoniemen voor mis