Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor moed in het Nederlands

moed:

moed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de moed
    de moed; de gewaagdheid; de lef; de durf
    • moed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gewaagdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • lef [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • durf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de moed
    de moed; onversaagdheid; de dapperheid; de koenheid
  3. de moed
    de heldhaftigheid; de heldenmoed; de moed
  4. de moed
    – de durf om iets moeilijks te doen 1
    de moed
    – de durf om iets moeilijks te doen 1
    • moed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • hij had de moed om met de directeur te gaan praten1
  5. de moed
    – vertrouwen op de goede afloop 1
    de moed
    – vertrouwen op de goede afloop 1
    • moed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • geef de moed niet op!1

Verwante definities voor "moed":

  1. de durf om iets moeilijks te doen1
    • hij had de moed om met de directeur te gaan praten1
  2. vertrouwen op de goede afloop1
    • geef de moed niet op!1

Verwante synoniemen voor moed