Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor noodlottigheid in het Nederlands

noodlottigheid:

noodlottigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de noodlottigheid
    de noodlottigheid; de rampzaligheid
  2. de noodlottigheid
    de noodlottigheid

Verwante woorden van "noodlottigheid":


noodlottig:

noodlottig bijvoeglijk naamwoord

  1. noodlottig
    rampspoedig; noodlottig; heilloos
  2. noodlottig
    ongelukkig; rampzalig; funest; noodlottig; ellendig
  3. noodlottig
    fnuikend; rampzalig; fataal; noodlottig
  4. noodlottig
    – wat slecht afloopt 1
    noodlottig
    – wat slecht afloopt 1
    • noodlottig bijvoeglijk naamwoord
      • het was een noodlottig ongeval1

Verwante woorden van "noodlottig":


Alternatieve synoniemen voor "noodlottig":


Verwante definities voor "noodlottig":

  1. wat slecht afloopt1
    • het was een noodlottig ongeval1