Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor onbeschaafdheid in het Nederlands

onbeschaafdheid:

onbeschaafdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de onbeschaafdheid
    de onbeschaafdheid; de grofheid; onbeschofte uitlating
  2. de onbeschaafdheid
    de onbeschoftheid; de lompheid; de botheid; de onbeschaafdheid; de ongemanierdheid; ongeliktheid

Verwante woorden van "onbeschaafdheid":


onbeschaafd:

onbeschaafd bijvoeglijk naamwoord

  1. onbeschaafd
    onbeleefd; onbehoorlijk; onbeschoft; ongemanierd; onbeschaafd; boers; onbehouwen; hufterig; lomp; onhoffelijk
  2. onbeschaafd
    onbehouwen; lomp; onbeschaafd; onopgevoed; bot

Verwante woorden van "onbeschaafd":