Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor ontsteld in het Nederlands
ontsteld:
-
ontsteld
verschrikt; ontsteld; onthutst; getroffen-
verschrikt bijvoeglijk naamwoord
-
ontsteld bijvoeglijk naamwoord
-
onthutst bijvoeglijk naamwoord
-
getroffen bijvoeglijk naamwoord
-
-
ontsteld
-
ontsteld
verbouwereerd; verbaasd; stomverbaasd; perplex; beduusd; ontdaan; ontzet; ontsteld; onthutst-
verbouwereerd bijvoeglijk naamwoord
-
verbaasd bijvoeglijk naamwoord
-
stomverbaasd bijvoeglijk naamwoord
-
perplex bijvoeglijk naamwoord
-
beduusd bijvoeglijk naamwoord
-
ontdaan bijvoeglijk naamwoord
-
ontzet bijvoeglijk naamwoord
-
ontsteld bijvoeglijk naamwoord
-
onthutst bijvoeglijk naamwoord
-
-
ontsteld
– erg geschrokken en geschokt 1
Alternatieve synoniemen voor "ontsteld":
Verwante definities voor "ontsteld":
ontstellen:
-
ontstellen
Conjugations for ontstellen:
o.t.t.
- ontstel
- ontstelt
- ontstelt
- ontstellen
- ontstellen
- ontstellen
o.v.t.
- ontstelde
- ontstelde
- ontstelde
- ontstelden
- ontstelden
- ontstelden
v.t.t.
- ben ontsteld
- bent ontsteld
- is ontsteld
- zijn ontsteld
- zijn ontsteld
- zijn ontsteld
v.v.t.
- was ontsteld
- was ontsteld
- was ontsteld
- waren ontsteld
- waren ontsteld
- waren ontsteld
o.t.t.t.
- zal ontstellen
- zult ontstellen
- zal ontstellen
- zullen ontstellen
- zullen ontstellen
- zullen ontstellen
o.v.t.t.
- zou ontstellen
- zou ontstellen
- zou ontstellen
- zouden ontstellen
- zouden ontstellen
- zouden ontstellen
diversen
- ontstel!
- ontstelt!
- ontsteld
- ontstellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze