Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor opgewondenheid in het Nederlands

opgewondenheid:

opgewondenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de opgewondenheid
    de geilheid; de opgewondenheid; de hitsigheid; de zin; de lust
    • geilheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • opgewondenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • hitsigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lust [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de opgewondenheid
    de opwinding; seksuele geprikkeldheid; de opgewondenheid

Verwante woorden van "opgewondenheid":


opgewondenheid vorm van opgewonden:

opgewonden bijvoeglijk naamwoord

  1. opgewonden
    geil; seksueel opgewonden; opgewonden; hitsig; heet

Verwante woorden van "opgewonden":


Verwante synoniemen voor opgewondenheid