Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor oplossen in het Nederlands

oplossen:

oplossen werkwoord (los op, lost op, loste op, losten op, opgelost)

  1. oplossen
    oplossen; ontrafelen; ontraadselen; ontwarren; ontknopen
    • oplossen werkwoord (los op, lost op, loste op, losten op, opgelost)
    • ontrafelen werkwoord (ontrafel, ontrafelt, ontrafelde, ontrafelden, ontrafeld)
    • ontraadselen werkwoord (ontraadsel, ontraadselt, ontraadselde, ontraadselden, ontraadseld)
    • ontwarren werkwoord (ontwar, ontwart, ontwarde, ontwarden, ontward)
    • ontknopen werkwoord (ontknoop, ontknoopt, ontknoopte, ontknoopten, ontknoopt)
  2. oplossen
    oplossen; ontcijferen; tot een oplossing brengen; ontwarren
  3. oplossen
    oplossen; in een vloeistof opgaan
  4. oplossen
    – er een goed antwoord op vinden 1
    oplossen
    – er een goed antwoord op vinden 1
    • oplossen werkwoord (los op, lost op, loste op, losten op, opgelost)
      • heb jij de puzzel opgelost?1
  5. oplossen
    – in een vloeistof opnemen 1
    oplossen
    – in een vloeistof opnemen 1
    • oplossen werkwoord (los op, lost op, loste op, losten op, opgelost)
      • je kunt suiker in thee oplossen1

Conjugations for oplossen:

o.t.t.
  1. los op
  2. lost op
  3. lost op
  4. lossen op
  5. lossen op
  6. lossen op
o.v.t.
  1. loste op
  2. loste op
  3. loste op
  4. losten op
  5. losten op
  6. losten op
v.t.t.
  1. heb opgelost
  2. hebt opgelost
  3. heeft opgelost
  4. hebben opgelost
  5. hebben opgelost
  6. hebben opgelost
v.v.t.
  1. had opgelost
  2. had opgelost
  3. had opgelost
  4. hadden opgelost
  5. hadden opgelost
  6. hadden opgelost
o.t.t.t.
  1. zal oplossen
  2. zult oplossen
  3. zal oplossen
  4. zullen oplossen
  5. zullen oplossen
  6. zullen oplossen
o.v.t.t.
  1. zou oplossen
  2. zou oplossen
  3. zou oplossen
  4. zouden oplossen
  5. zouden oplossen
  6. zouden oplossen
en verder
  1. is opgelost
  2. zijn opgelost
diversen
  1. los op!
  2. lost op!
  3. opgelost
  4. oplossend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante definities voor "oplossen":

  1. er een goed antwoord op vinden1
    • heb jij de puzzel opgelost?1
  2. in een vloeistof opnemen1
    • je kunt suiker in thee oplossen1

Verwante synoniemen voor oplossen