Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Nederlands ->Zoek: oprukken

Nederlandse zoekresultaten voor: oprukken

Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. oprukken:

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor oprukken in het Nederlands

oprukken:

oprukken werkwoord (ruk op, rukt op, rukte op, rukten op, opgerukt)

  1. oprukken
    oprukken; opmarcheren
    • oprukken werkwoord (ruk op, rukt op, rukte op, rukten op, opgerukt)
    • opmarcheren werkwoord (marcheer op, marcheert op, marcheerde op, marcheerden op, opgemarcheerd)

Conjugations for oprukken:

o.t.t.
  1. ruk op
  2. rukt op
  3. rukt op
  4. rukken op
  5. rukken op
  6. rukken op
o.v.t.
  1. rukte op
  2. rukte op
  3. rukte op
  4. rukten op
  5. rukten op
  6. rukten op
v.t.t.
  1. ben opgerukt
  2. bent opgerukt
  3. is opgerukt
  4. zijn opgerukt
  5. zijn opgerukt
  6. zijn opgerukt
v.v.t.
  1. was opgerukt
  2. was opgerukt
  3. was opgerukt
  4. waren opgerukt
  5. waren opgerukt
  6. waren opgerukt
o.t.t.t.
  1. zal oprukken
  2. zult oprukken
  3. zal oprukken
  4. zullen oprukken
  5. zullen oprukken
  6. zullen oprukken
o.v.t.t.
  1. zou oprukken
  2. zou oprukken
  3. zou oprukken
  4. zouden oprukken
  5. zouden oprukken
  6. zouden oprukken
diversen
  1. ruk op!
  2. rukt op!
  5. opgerukt
  6. oprukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

oprukken [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. oprukken
    oprukken







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0192 seconde
Page rendered in 1.0 seconds