Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. overdruk:
  2. overdrukken:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor overdruk in het Nederlands

overdruk:

overdruk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de overdruk
    de overdruk
    • overdruk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "overdruk":


overdruk vorm van overdrukken:

overdrukken werkwoord (overdruk, overdrukt, overdrukte, overdrukten, overdrukt)

  1. overdrukken
    bedrukken; opdrukken; overdrukken
    • bedrukken werkwoord (bedruk, bedrukt, bedrukte, bedrukten, bedrukt)
    • opdrukken werkwoord (druk op, drukt op, drukte op, drukten op, opgedrukt)
    • overdrukken werkwoord (overdruk, overdrukt, overdrukte, overdrukten, overdrukt)
  2. overdrukken
    overdrukken
    • overdrukken werkwoord (overdruk, overdrukt, overdrukte, overdrukten, overdrukt)

Conjugations for overdrukken:

o.t.t.
  1. overdruk
  2. overdrukt
  3. overdrukt
  4. overdrukken
  5. overdrukken
  6. overdrukken
o.v.t.
  1. overdrukte
  2. overdrukte
  3. overdrukte
  4. overdrukten
  5. overdrukten
  6. overdrukten
v.t.t.
  1. heb overdrukt
  2. hebt overdrukt
  3. heeft overdrukt
  4. hebben overdrukt
  5. hebben overdrukt
  6. hebben overdrukt
v.v.t.
  1. had overdrukt
  2. had overdrukt
  3. had overdrukt
  4. hadden overdrukt
  5. hadden overdrukt
  6. hadden overdrukt
o.t.t.t.
  1. zal overdrukken
  2. zult overdrukken
  3. zal overdrukken
  4. zullen overdrukken
  5. zullen overdrukken
  6. zullen overdrukken
o.v.t.t.
  1. zou overdrukken
  2. zou overdrukken
  3. zou overdrukken
  4. zouden overdrukken
  5. zouden overdrukken
  6. zouden overdrukken
en verder
  1. is overdrukt
  2. zijn overdrukt
diversen
  1. overdruk!
  2. overdrukt!
  3. overdrukt
  4. overdrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overdrukken [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het overdrukken
    het herdrukken; het overdrukken

Verwante woorden van "overdrukken":