Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor pas gemaakt in het Nederlands
pas gemaakt: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- pas: pas; net; juist; zojuist; daarnet; zonet; stap; schrede; laatst; onlangs; recentelijk; kortgeleden; laatstelijk; kortelings; bergpas; paspoort; nauwelijks; identiteitsbewijs; bankpas
- passen: passen; bijpassen; betamen; aanpassen; op proef aantrekken; proberen; aanproberen; uitkomen; schikken; gelegen komen; conveniëren; aftellen; geld afpassen; geschikt zijn; deugen; passend zijn; stappen; treden; voetstappen; schreden; aan proberen
- gemaakt: geproduceerd; vervaardigd; geschapen; gecreëerd; gemaakt; gedwongen; onnatuurlijk; geforceerd; gemaakte gevoelens; gezocht; gekunsteld; geaffecteerd; gewrongen; kunstmatig
- maken: maken; scheppen; in het leven roepen; produceren; vervaardigen; voortbrengen; fabriceren; aanmaken; vervaardiging; herstellen; repareren; goedmaken; rechtzetten; fiksen; creëren; productie; fabricage; vormen; kneden; modelleren; verbeteren