Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor permanent in het Nederlands

permanent:

permanent bijvoeglijk naamwoord

  1. permanent
    vastgesteld; definitief; vaststaand; permanent
  2. permanent
    voorgoed; definitief; onverandelijk; permanent
  3. permanent
    altijd; continu; immer; steeds; voortdurend; onophoudelijk; permanent; doorlopend; constant

permanent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de permanent
    de permanent; het permanentje
  2. de permanent
    de permanent; krullenkapsel
  3. de permanent
    de permanent; het krulhaar; de krullen; krulletjes

Verwante woorden van "permanent":

  • permanenten, permanente