Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. ratel:
  2. ratelen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor ratel in het Nederlands

ratel:

ratel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ratel
    de ratel
    • ratel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "ratel":

  • ratelen, ratels, rateltje, rateltjes

ratel vorm van ratelen:

ratelen werkwoord (ratel, ratelt, ratelde, ratelden, gerateld)

  1. ratelen
    kletsen; babbelen; ratelen; kwebbelen
    • kletsen werkwoord (klets, kletst, kletste, kletsten, gekletst)
    • babbelen werkwoord (babbel, babbelt, babbelde, babbelden, gebabbeld)
    • ratelen werkwoord (ratel, ratelt, ratelde, ratelden, gerateld)
    • kwebbelen werkwoord (kwebbel, kwebbelt, kwebbelde, kwebbelden, gekwebbeld)

Conjugations for ratelen:

o.t.t.
  1. ratel
  2. ratelt
  3. ratelt
  4. ratelen
  5. ratelen
  6. ratelen
o.v.t.
  1. ratelde
  2. ratelde
  3. ratelde
  4. ratelden
  5. ratelden
  6. ratelden
v.t.t.
  1. heb gerateld
  2. hebt gerateld
  3. heeft gerateld
  4. hebben gerateld
  5. hebben gerateld
  6. hebben gerateld
v.v.t.
  1. had gerateld
  2. had gerateld
  3. had gerateld
  4. hadden gerateld
  5. hadden gerateld
  6. hadden gerateld
o.t.t.t.
  1. zal ratelen
  2. zult ratelen
  3. zal ratelen
  4. zullen ratelen
  5. zullen ratelen
  6. zullen ratelen
o.v.t.t.
  1. zou ratelen
  2. zou ratelen
  3. zou ratelen
  4. zouden ratelen
  5. zouden ratelen
  6. zouden ratelen
en verder
  1. is gerateld
  2. zijn gerateld
diversen
  1. ratel!
  2. ratelt!
  3. gerateld
  4. ratelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "ratelen":