Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor resultaat in het Nederlands

resultaat:

resultaat [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het resultaat
    het resultaat; de uitkomst; de afloop
    • resultaat [het ~] zelfstandig naamwoord
    • uitkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • afloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. het resultaat
    het resultaat; het effect; het gevolg
    • resultaat [het ~] zelfstandig naamwoord
    • effect [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gevolg [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. het resultaat
    – wat het oplevert 1
    het resultaat; de opbrengst; de uitkomst
    – wat het oplevert 1
    • resultaat [het ~] zelfstandig naamwoord
      • wat is het resultaat van dit gesprek?1
    • opbrengst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • de opbrengst van de collecte is groot1
    • uitkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • wat is de uitkomst van dit overleg?1

resultaat werkwoord

  1. resultaat
    resulteren; uitmonden; tot gevolg hebben; resultaat
    • resulteren werkwoord (resulteer, resulteert, resulteerde, resulteerden, geresulteerd)
    • uitmonden werkwoord (mond uit, mondt uit, mondde uit, mondden uit, uitgemond)
    • tot gevolg hebben werkwoord (heb tot gevolg, hebt tot gevolg, had tot gevolg, hadden tot gevolg, tot gevolg gehad)
    • resultaat werkwoord

Verwante woorden van "resultaat":


Alternatieve synoniemen voor "resultaat":


Verwante definities voor "resultaat":

  1. wat het oplevert1
    • wat is het resultaat van dit gesprek?1

Verwante synoniemen voor resultaat