Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. rondtoeren:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor rondtoeren in het Nederlands

rondtoeren:

rondtoeren werkwoord (toer rond, toert rond, toerde rond, toerden rond, rondgetoerd)

  1. rondtoeren
    rondtoeren
    • rondtoeren werkwoord (toer rond, toert rond, toerde rond, toerden rond, rondgetoerd)

Conjugations for rondtoeren:

o.t.t.
  1. toer rond
  2. toert rond
  3. toert rond
  4. toeren rond
  5. toeren rond
  6. toeren rond
o.v.t.
  1. toerde rond
  2. toerde rond
  3. toerde rond
  4. toerden rond
  5. toerden rond
  6. toerden rond
v.t.t.
  1. heb rondgetoerd
  2. hebt rondgetoerd
  3. heeft rondgetoerd
  4. hebben rondgetoerd
  5. hebben rondgetoerd
  6. hebben rondgetoerd
v.v.t.
  1. had rondgetoerd
  2. had rondgetoerd
  3. had rondgetoerd
  4. hadden rondgetoerd
  5. hadden rondgetoerd
  6. hadden rondgetoerd
o.t.t.t.
  1. zal rondtoeren
  2. zult rondtoeren
  3. zal rondtoeren
  4. zullen rondtoeren
  5. zullen rondtoeren
  6. zullen rondtoeren
o.v.t.t.
  1. zou rondtoeren
  2. zou rondtoeren
  3. zou rondtoeren
  4. zouden rondtoeren
  5. zouden rondtoeren
  6. zouden rondtoeren
diversen
  1. toer rond!
  2. toert rond!
  3. rondgetoerd
  4. rondtoerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze