Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. ruisen:
  2. ruis:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor ruisen in het Nederlands

ruisen:

ruisen werkwoord

  1. ruisen
    suizen; ruisen; suizelen
    • suizen werkwoord (suis, suist, suiste, suisten, gesuist)
    • ruisen werkwoord
    • suizelen werkwoord (suizel, suizelt, suizelde, suizelden, gesuizeld)
  2. ruisen
    ruisen
  3. ruisen
    ruisen; zacht ruisen

Verwante woorden van "ruisen":


ruisen vorm van ruis:

ruis [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ruis
    de ruis; het geruis
    • ruis [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • geruis [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "ruis":


Verwante synoniemen voor ruisen