Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. slokop:
  2. opslokken:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor slokop in het Nederlands

slokop:

slokop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de slokop
    de gulzigaard; de veelvraat; de vreetzak; de slokop; de schrokop
    • gulzigaard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • veelvraat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vreetzak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • slokop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schrokop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "slokop":

  • slokoppen

opslokken:

opslokken werkwoord (slok op, slokt op, slokte op, slokten op, opgeslokt)

  1. opslokken
    binnenkrijgen; opslokken; zwelgen
    • binnenkrijgen werkwoord (krijg binnen, krijgt binnen, kreeg binnen, kregen binnen, binnengekregen)
    • opslokken werkwoord (slok op, slokt op, slokte op, slokten op, opgeslokt)
    • zwelgen werkwoord (zwelg, zwelgt, zwolg, zwolgen, gezwolgen)

Conjugations for opslokken:

o.t.t.
  1. slok op
  2. slokt op
  3. slokt op
  4. slokken op
  5. slokken op
  6. slokken op
o.v.t.
  1. slokte op
  2. slokte op
  3. slokte op
  4. slokten op
  5. slokten op
  6. slokten op
v.t.t.
  1. heb opgeslokt
  2. hebt opgeslokt
  3. heeft opgeslokt
  4. hebben opgeslokt
  5. hebben opgeslokt
  6. hebben opgeslokt
v.v.t.
  1. had opgeslokt
  2. had opgeslokt
  3. had opgeslokt
  4. hadden opgeslokt
  5. hadden opgeslokt
  6. hadden opgeslokt
o.t.t.t.
  1. zal opslokken
  2. zult opslokken
  3. zal opslokken
  4. zullen opslokken
  5. zullen opslokken
  6. zullen opslokken
o.v.t.t.
  1. zou opslokken
  2. zou opslokken
  3. zou opslokken
  4. zouden opslokken
  5. zouden opslokken
  6. zouden opslokken
en verder
  1. is opgslokt
  2. zijn opgeslokt
diversen
  1. slok op!
  2. slokt op!
  3. opgeslokt
  4. opslokkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze