Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. snuiven:
  2. snuif:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor snuiven in het Nederlands

snuiven:

snuiven werkwoord (snuif, snuift, snoof, snoven, gesnoven)

  1. snuiven
    opsnuiven; een snuif nemen; snuiven; insnuiven
    • opsnuiven werkwoord (snuif op, snuift op, snoof op, snoven op, opgesnoven)
    • een snuif nemen werkwoord
    • snuiven werkwoord (snuif, snuift, snoof, snoven, gesnoven)
    • insnuiven werkwoord (snuif in, snuift in, snoof in, snoven in, ingesnoven)
  2. snuiven
    neus ophalen; snuiven

Conjugations for snuiven:

o.t.t.
  1. snuif
  2. snuift
  3. snuift
  4. snuiven
  5. snuiven
  6. snuiven
o.v.t.
  1. snoof
  2. snoof
  3. snoof
  4. snoven
  5. snoven
  6. snoven
v.t.t.
  1. heb gesnoven
  2. hebt gesnoven
  3. heeft gesnoven
  4. hebben gesnoven
  5. hebben gesnoven
  6. hebben gesnoven
v.v.t.
  1. had gesnoven
  2. had gesnoven
  3. had gesnoven
  4. hadden gesnoven
  5. hadden gesnoven
  6. hadden gesnoven
o.t.t.t.
  1. zal snuiven
  2. zult snuiven
  3. zal snuiven
  4. zullen snuiven
  5. zullen snuiven
  6. zullen snuiven
o.v.t.t.
  1. zou snuiven
  2. zou snuiven
  3. zou snuiven
  4. zouden snuiven
  5. zouden snuiven
  6. zouden snuiven
en verder
  1. ben gesnoven
  2. bent gesnoven
  3. is gesnoven
  4. zijn gesnoven
  5. zijn gesnoven
  6. zijn gesnoven
diversen
  1. snuif!
  2. snuift!
  3. gesnoven
  4. snuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "snuiven":


snuiven vorm van snuif:

snuif [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de snuif
    de snuif
    • snuif [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "snuif":


Verwante synoniemen voor snuiven