Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor spitsvondigheid in het Nederlands

spitsvondigheid:

spitsvondigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de spitsvondigheid
    de spitsvondigheid; de gewiekstheid; de slimheid; de slimmigheid
  2. de spitsvondigheid
    de scherpzinnigheid; de spitsvondigheid; de scherpheid; de schranderheid; de spitsheid; de scherpte

Verwante woorden van "spitsvondigheid":

  • spitsvondigheden, spitsvondigheidje, spitsvondigheidjes, spitsvondig

spitsvondigheid vorm van spitsvondig:

spitsvondig bijvoeglijk naamwoord

  1. spitsvondig
    scherpzinnig; uitgekiend; spitsvondig

Verwante woorden van "spitsvondig":