Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor te gek in het Nederlands

gek:

gek bijvoeglijk naamwoord

  1. gek
    gek; mesjogge; krankjorum; achterlijk; gestoord; niet goed snik; stupide; zot; maf; idioot; krankzinnig; idioterig; geschift
  2. gek
    krankzinnig; gek; waanzinnig; geestesziek
  3. gek
    vreemd; eigenaardig; dwaas; gek; maf; typisch; mal
    • vreemd bijvoeglijk naamwoord
    • eigenaardig bijvoeglijk naamwoord
    • dwaas bijvoeglijk naamwoord
    • gek bijvoeglijk naamwoord
    • maf bijvoeglijk naamwoord
    • typisch bijvoeglijk naamwoord
    • mal bijvoeglijk naamwoord
  4. gek
    gek; idioot; dwaas; maf
    • gek bijvoeglijk naamwoord
    • idioot bijvoeglijk naamwoord
    • dwaas bijvoeglijk naamwoord
    • maf bijvoeglijk naamwoord
  5. gek
    geflipt; gek
    • geflipt bijvoeglijk naamwoord
    • gek bijvoeglijk naamwoord
  6. gek
    geestelijk gestoord; gek
  7. gek
    – waar je om moet lachen 1
    gek; de maf
    – waar je om moet lachen 1
    • gek bijvoeglijk naamwoord
      • die Bahattin is zo'n gekke vent!1
    • maf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • dat is een maf verhaal1
  8. gek
    – anders dan gewoon, speciaal 1
    gek; vreemd; raar; typisch; merkwaardig; eigenaardig; wonderlijk
    – anders dan gewoon, speciaal 1
    • gek bijvoeglijk naamwoord
      • ik vind het wel gek om met zo'n hoed te lopen1
    • vreemd bijvoeglijk naamwoord
      • hij gedraagt zich vreemd de laatste tijd1
    • raar bijvoeglijk naamwoord
      • hij vertelde een raar verhaal1
    • typisch bijvoeglijk naamwoord
      • onze poes doet zo typisch de laatste tijd1
    • merkwaardig bijvoeglijk naamwoord
      • ik vind dat een merkwaardige opmerking1
    • eigenaardig bijvoeglijk naamwoord
      • ik vind het een eigenaardig kind1
    • wonderlijk bijvoeglijk naamwoord
      • een wonderlijke man is die Evert!1

gek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de gek
    de gek; de idioot; de imbeciel; de dwaas
    • gek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • idioot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • imbeciel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • dwaas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de gek
    de dolleman; de krankzinnige; de gek; de waanzinnige; de geesteszieke
  3. de gek
    de zwakzinnige; de gek; de idioot; geschifte; de achterlijke; de waanzinnige
  4. de gek
    de hansworst; de gek; de kwast; de kwibus; de nar; de zot
    • hansworst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kwast [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kwibus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • nar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. de gek
    de flapdrol; de debiel; de imbeciel; mafkikker; de gek; de idioot; de zot; de waanzinnige; de mafkees; de mafketel
    • flapdrol [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • debiel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • imbeciel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • mafkikker [znw.] zelfstandig naamwoord
    • gek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • idioot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • waanzinnige [de ~] zelfstandig naamwoord
    • mafkees [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mafketel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. de gek
    de mafketel; gestoorde; de gek
    • mafketel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gestoorde [znw.] zelfstandig naamwoord
    • gek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  7. de gek
    de pias; de zottin; de gek; mallerd; de zot; de malloot
    • pias [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zottin [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mallerd [znw.] zelfstandig naamwoord
    • zot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • malloot [de ~] zelfstandig naamwoord
  8. de gek
    – wie erg raar doet, zijn verstand kwijt is 1
    de gek; de maf; getikt
    – wie erg raar doet, zijn verstand kwijt is 1
    • gek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • in die inrichting zitten allemaal gekken1
    • maf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • deze leraar is een beetje maf1
    • getikt bijvoeglijk naamwoord
      • doe niet zo getikt!1

Verwante woorden van "gek":

  • gekheid, gekken, geks, gekst, gekste

Alternatieve synoniemen voor "gek":


Antoniemen van "gek":


Verwante definities voor "gek":

  1. waar je om moet lachen1
    • die Bahattin is zo'n gekke vent!1
  2. anders dan gewoon, speciaal1
    • ik vind het wel gek om met zo'n hoed te lopen1
  3. wie erg raar doet, zijn verstand kwijt is1
    • in die inrichting zitten allemaal gekken1

te gek:

te gek bijvoeglijk naamwoord

  1. te gek
    fantastisch; gaaf; fabelachtig; te gek; waanzinnig; krankzinnig; reuze; wijs

Verwante synoniemen voor te gek