Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor tijdelijk in het Nederlands

tijdelijk:

tijdelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. tijdelijk
    tijdelijk; voorlopig; provisorisch; temporeel; voorbijgaand; tussentijds; zolang; kortstondig; voor enige tijd; aards
  2. tijdelijk
    temporeel; tijdelijk
  3. tijdelijk
    tijdelijk; voorbijgaand
  4. tijdelijk
    – maar voor een korte serie momenten 1
    tijdelijk
    – maar voor een korte serie momenten 1
    • tijdelijk bijvoeglijk naamwoord
      • zij woont tijdelijk in het huis van vrienden1

Verwante woorden van "tijdelijk":


Antoniemen van "tijdelijk":


Verwante definities voor "tijdelijk":

  1. maar voor een korte serie momenten1
    • zij woont tijdelijk in het huis van vrienden1