Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor trachten in het Nederlands

trachten:

trachten werkwoord (tracht, trachtte, trachtten, getracht)

  1. trachten
    proberen; trachten; pogen
    • proberen werkwoord (probeer, probeert, probeerde, probeerden, geprobeerd)
    • trachten werkwoord (tracht, trachtte, trachtten, getracht)
    • pogen werkwoord (poog, poogt, poogde, poogden, gepoogd)
  2. trachten
    – er je best voor doen 1
    proberen; trachten; pogen
    – er je best voor doen 1
    • proberen werkwoord (probeer, probeert, probeerde, probeerden, geprobeerd)
      • hij probeerde het touw los te maken1
    • trachten werkwoord (tracht, trachtte, trachtten, getracht)
      • ik tracht te komen, maar ik weet niet of het lukt1
    • pogen werkwoord (poog, poogt, poogde, poogden, gepoogd)
      • ik poogde het woord te schrijven1

Conjugations for trachten:

o.t.t.
  1. tracht
  2. tracht
  3. tracht
  4. trachten
  5. trachten
  6. trachten
o.v.t.
  1. trachtte
  2. trachtte
  3. trachtte
  4. trachtten
  5. trachtten
  6. trachtten
v.t.t.
  1. heb getracht
  2. hebt getracht
  3. heeft getracht
  4. hebben getracht
  5. hebben getracht
  6. hebben getracht
v.v.t.
  1. had getracht
  2. had getracht
  3. had getracht
  4. hadden getracht
  5. hadden getracht
  6. hadden getracht
o.t.t.t.
  1. zal trachten
  2. zult trachten
  3. zal trachten
  4. zullen trachten
  5. zullen trachten
  6. zullen trachten
o.v.t.t.
  1. zou trachten
  2. zou trachten
  3. zou trachten
  4. zouden trachten
  5. zouden trachten
  6. zouden trachten
en verder
  1. ben getracht
  2. bent getracht
  3. is getracht
  4. zijn getracht
  5. zijn getracht
  6. zijn getracht
diversen
  1. tracht!
  2. trachtt!
  3. getracht
  4. trachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

trachten [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. trachten
    proberen; trachten
  2. trachten
    het streven; pogen; beogen; de ambitie; de aspiratie; het azen; aansturen op; het doel; de intentie; trachten; streven naar
    • streven [het ~] zelfstandig naamwoord
    • pogen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • beogen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • ambitie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aspiratie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • azen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • aansturen op [znw.] zelfstandig naamwoord
    • doel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • intentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • trachten [znw.] zelfstandig naamwoord
    • streven naar [znw.] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "trachten":


Verwante definities voor "trachten":

  1. er je best voor doen1
    • ik tracht te komen, maar ik weet niet of het lukt1

Verwante synoniemen voor trachten