Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. trom:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor trom in het Nederlands

trom:

trom [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de trom
    de trommel; de trom
    • trommel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • trom [de ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "trom":

  • trommen

Verwante synoniemen voor trom